vrijdag 24 januari 2014

Sambal

Vorige week schreef ik al over het snotteren en de thermometer die overuren maakte. Wat daar nog bij hoorde, was slecht eten. Dat is natuurlijk begrijpelijk, want als ik me zelf niet lekker voel, heb ik ook geen behoefte aan borden vol met eten. Maar nu de dopneusjes hun rode randje weer kwijt zijn, vind ik eigenlijk dat er weer 'gewoon' gegeten moet worden. Zeker als ik lekker heb gekookt. 

Mijn vaste lezers weten dat ik geen keukenprinses ben. Een ei bakken gaat nog net, maar verwacht geen culinaire hoogstandjes van me. Er is echter één gerecht waar Robin zich niet aan waagt en alleen ik mag maken. Het is een rijstgerecht met kip, vruchtjes, pindakaas, nog wat andere meuk, het liefst een handvol noten en het is zó lekker! Een makkelijker gerecht dat altijd lukt is er denk ik niet. Hoewel, ik moet eerlijk zeggen dat ik het afgelopen week zelf wat aan de flauwe kant vond. Dit verklaarde ik maar doordat er niet zoveel sambal door zat als anders. Er eten natuurlijk wel kleine kinderen mee tegenwoordig, dus ik heb het recept wat kindvriendelijker gemaakt. Bovendien was ik zelf nog steeds snipverkouden, wat mijn smaakvermogen niet ten goede kwam. Robin zat te eten als een bootwerker en vond het heerlijk, dus ik nam maar aan dat het inderdaad aan mezelf lag.

De kinderen leken zich bij mijn conclusie aan te sluiten helaas. Dit tot mijn grote frustratie, want áls ik dan een keer lekker kook, is het ook fijn om te zien dat het hele gezin de vingers erbij af likt. Morris liet elke hap die hem toegediend werd weer net zo hard uit z'n mond glijden en Indy schoof haar bord een centimeter of 30 voor zich uit. Hoe duidelijk wil je het hebben? Ze hadden er geen zin in. De overvolle trukendoos werd weer 'van stal' gehaald, maar het had allemaal geen enkel effect. Auto's, vliegtuigjes, boten, fietsen, de voer-robot, beloftes voor een héérlijk toetje, de Telekids-app met kakelverse filmpjes van Sam de Brandweerman en Bibaboerderij... Niets hielp. De bordjes bleven vol en de buikjes leeg.

Tot we ineens gestommel in de bijkeuken hoorden. 'Goed volk! En eet smakelijk...' Het was de buurman, die kwam vragen of we sambal hadden. Het stond nog op het aanrecht, dus hij kon het zo meenemen. Door de onweerstaanbare geur in de keuken werd zijn nieuwsgierigheid gewekt. 'Ruikt lekker, buuf.' Ik nodigde hem uit om een hapje mee te eten, want we hadden nog over. Hij hoefde niet, want moest thuis nog eten, maar kwam er wel even gezellig bij staan. Indy bedacht zich niet, en trok haar bord weer naar zich toe. Wel drie keer sneller dan dat ze het van zich af had geschoven. Alsof ze al vijf dagen helemaal niets gegeten had begon ze als een bezetene te schransen. 

Robin en ik keken elkaar aan en begrepen even niet wat er gebeurde. Na een paar happen waren we nog steeds totaal verbaasd, maar het kon nog gekker. De buurman was naast Morris gaan zitten en schoof daar het ene na het andere hapje naar binnen, zonder dat het weer uitgespuugd werd. Sterker nog, nog voor de lepel weer volgeschept was, zat meneertje alweer met zijn mond open. Ik keek van het ene naar het andere kind, en toen naar de buurman. 'Ja, is logisch', zei hij, 'vreemde ogen dwingen.' 

Een paar minuten later vertrok hij weer. De bordjes waren bijna leeg, en in de volle overtuiging dat we het restant er zelf nog wel in konden krijgen, liet de buurman ons achter. Nou, bekijk het maar. Nog geen korrel rijst, laat staan een lekker stukje ananas of perzik, wilden de kinderen nog hebben. Ze wilden zich duidelijk niet laten kennen tegenover de buurman, en toen hij weer weg was, was het toneelstukje afgelopen. 

Gelukkig eten de kinderen over het algemeen heel goed. Maar mochten ze nog een keer weigeren de mondjes te openen, dan is het mij wel duidelijk. De trukendoos kan de volgende keer dichtblijven. We stouwen de keukenkastjes vol met sambal en bellen de buurman. Succes gegarandeerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten