vrijdag 29 augustus 2014

Schaar

Indy heeft ambitie. Dat is misschien wat jong, ze is immers nog geen vier, maar als moeder kan ik natuurlijk niet anders dan dit toejuichen. Toegegeven, ik heb twijfels bij bepaalde beroepsgroepen, maar ik denk dat ik vrij ruimdenkend en meegaand zal zijn als het om de keuzes van onze kinderen gaat. Als zij blij zijn, ben ik het ook. 

Op de laatste peuterspeelzaaldag voor de zomervakantie mocht Indy verkleed gaan. Ons buurmeisje heeft een rijk gevulde verkleedkist waarin diverse thema's vertegenwoordigd zijn. Van prinsessenjurkjes in alle kleuren tot een Mega Mindy-pak met bijbehorende accessoires, het zit er allemaal in. Indy mocht iets lenen voor het zomerfeest en we kozen voor een verpleegsterjurkje. Wit met rode accenten, echt heel schattig. Ze kon niet wachten om het aan te trekken, en toen ze ook nog haar haar los mocht dragen onder het zustermutsje, was het feest helemaal compleet. 

Ik vertelde haar dat ik zo trots op haar was, en dat ik haar een prachtig zustertje vond. Haar reactie was duidelijk: 'Oh maar ik ben niet de zuster hoor mama, ik ben de dokter. Dokter Indy.' Vervolgens legde ze me uit dat dokters mensen beter maken en dat zij dat ook wil. Hoewel ze het ook best leuk vond om verpleegster te zijn, ging haar voorkeur toch duidelijk uit naar dokter. Ik zei het al, ze heeft ambitie. 

Vorige week bleek dat ze een nieuwe beroepswens had. Één waar ik iets minder blij mee ben. Niet met de keuze op zich, maar des te meer met de wijze waarop ze dat duidelijk maakte. 

Indy houdt van knutselen. Papier, stickers, wiebeloogjes, stiften, gekleurde veertjes, lijm, echt alles wordt van stal gehaald als ze een kunstwerk wil maken. Het liefst ook een schaar, maar dat mag van mij alleen als ik erbij ben en als haar haar goed vast zit. Al die Facebookfoto's van meisjes met door zichzelf afgeknipte haren hadden me op scherp gezet. Die mooie en lange donkere lokken zouden niet het slachtoffer worden van Indy's knipzucht. Deze handelswijze bleek succesvol, tot groot genoegen van mijzelf. 

Ik had slechts één dingetje over het hoofd gezien. Ik had verzuimd mijn moeder van dit knipprotocol op de hoogte te stellen. Aangezien zij op de kinderen past als ik werk, was dat toch niet geheel onbelangrijk. Zo werd ik vorige week, totaal onverwacht, getuige van een spontane knipbeurt van mijn dochter. Ik had mijn moeder aan de lijn, toen ik een luid en licht paniekerig 'nee' aan de andere kant van de lijn hoorde. Het was al te laat. Indy had de schaar in haar mooie haar gezet. Ik zou het bijna haar handelsmerk willen noemen. Een flinke pluk lag naast haar op tafel. 

Ze was er zelf ook flink van ontdaan. Toen ik 's middags thuis kwam begon ze weer te snikken. Ik geloof dat ze wel begrepen heeft dat dit niet de manier is om een goede kapster te worden. Oma en ik hebben er ook iets van geleerd. Die schaar komt voorlopig de lade niet meer uit als er geknutseld wordt. 

maandag 25 augustus 2014

Basisschool

Ik zie haar nog gaan, in wit met donkerblauwe kleertjes, en twee zorgvuldig gevlochten vlechtjes. In haar hand haar mooie paddenstoeltas, die speciaal voor haar gemaakt was door 'Tantie'. Mijn kleine, maar toch al tweeënhalf jarige meisje, voor het eerst naar de peuterspeelzaal in mei vorig jaar. Terwijl de juf ons vertelde over het reilen en zeilen op de peuterclub, zag ik Indy al een puzzeltje maken aan een tafeltje, en voelde ik dat ik mijn best moest doen om mijn tranen te bedwingen. De schaamte won het gelukkig van de emotie. Echt leuk vind ik het namelijk niet dat ik altijd zo'n jankerd ben. Robin moest al snel weg voor het werk, en ik bleef nog even. Toen de fruithapjes en drinkbekers erbij gepakt werden, vond ik het tijd om te gaan. Indy vond het prima en ik daarom ook. Zonder tranen verliet ik het gebouw.

Indy heeft het er ruim een jaar fantastisch gehad. Ze heeft er zelfs zo veel geleerd, dat ze inmiddels al wijs genoeg is om over te stappen naar de basisschool. In november wordt ze pas vier, maar vanaf deze week mag ze al twee ochtenden in de week naar de basisschool. En ik vind het wat hoor. Gevoelsmatig is ze gisteren geboren, en nu gaat ze al naar de basisschool. Met een groot schoolplein, een eigen kapstokje, een poppenhoek en een wc-ketting. 

Mijn zus, Indy's Tantie (die van de paddenstoeltas), kwam de avond voor de grote dag nog een cadeautje brengen. Het was een boekje, 'Nijntje op school'. Voor het slapen las ik hem voor, en toen leek er toch wat twijfel bij Indy te ontstaan. Nijntje ging namelijk zonder papa en mama naar school, en daar kreeg Indy toch wat kriebels van. Geruststellend vertelde ik haar dat ik mee zou gaan, en papa en Morris ook. We zouden zelfs nog even blijven, en als ze een beetje gewend was, zouden we pas weer gaan. 

Ik gaf mijn meiske een kus en een knuffel, en wilde net op staan om naar beneden te gaan, toen ik een pruillipje zag opkrullen. Ze begon te snikken, en zei: 'Maar ik kan nog niet alles mama, ik kan alleen nog maar Indy schrijven'. Mijn hart brak in 1000 stukjes. Ik vroeg me ineens af of we haar overschat hadden. Gelukkig waren mijn kalmerende woorden voldoende om haar snikken te doen verdwijnen. Ze begreep het ook echt, dat ze het lezen en schrijven nog niet hoeft te kunnen. Nog lang niet zelfs. En toen ik zei dat haar nieuwe juf minstens net zo lief is als de juffen bij de peuterspeelzaal, was het helemaal goed. 

En daar ging ze, door de rode deur van de basisschool, net als in Nijntje's boek. Ze gaf de juf een hand, de verkeerde hand, en ging in de kring op een stoeltje zitten. Ze zwaaide verlegen naar haar vriendjes Pepijn en Veerle, en wachtte rustig af wat er ging gebeuren. Toen de juf vroeg wie er iets te vertellen had, begon Indy over het feestje dat we in het weekend hadden gehad. Zonder hand op te steken, dat moet ze nog even leren. Ze deed goed mee, en mijn overschattingsangst bleek erg overbodig. Robin stond al met Morris op de gang, en de juf maakte aanstalten om ook mij eruit te bonjouren. Tegen alle verwachtingen in deed ik dat zonder tranen en bijbehorende brok in mijn keel. Ik kreeg een natte kus van Indy en stond buiten. Het begin van een nieuwe fase. 

vrijdag 15 augustus 2014

Lieve Morris

Toen Indy nog heel klein was, wisten we het al. We waren heel blij en gelukkig met z'n drieën, maar het plaatje was nog niet compleet. Er was liefde genoeg in ons gezin voor nog een kindje. Indy was een maand of negen toen we besloten er voor te gaan. Mama dacht al eens eerder dat ze zwanger was, toen bleek het niet zo te zijn. Maar nu, half december 2011, wist ik het zeker. En ik had gelijk! Mama was weer zwanger, en tegen het eind van de zomer zouden we met z'n vieren zijn. Wat een geluk. Je kan iets wensen en heel graag willen, maar dan moet je nog maar afwachten of het je gegeven is, of wordt. 

Mijn buik groeide snel, je wilde blijkbaar dat iedereen zou zien dat je onderweg was. Een onbezorgde zwangerschap volgde en zonder te weten of je een jongetje of meisje zou zijn, bereidden we ons voor op jouw komst. De hele winter, de hele lente... Toen de zomer in aantocht was, kwam jouw komst snel dichtbij. De laatste weken van de zwangerschap vlogen voorbij door het mooie zomerse weer. Je bent op een prachtige dag geboren. De zon scheen volop, en dat leek mama te helpen. Jouw bevalling werd een veel prettigere ervaring dan we van Indy hadden gehad. Naast papa en mama was alleen de verloskundige erbij, en dat was een verademing voor mij. Ik had de bevalling van Indy nog op mijn netvlies staan, waarbij de verloskamer vol stond met mensen om mama en Indy te helpen. Bij jou was dat niet nodig. 

Op vrijdag 17 augustus 2012, om 14.52 uur ben je geboren. Je leek op een smurfje, zo blauw was je. Niks bijzonders volgens de verloskundige, en inderdaad, je kleurde al snel mooi roze. Het moment dat papa me vertelde dat je een jongetje was, is één van de meest emotionele momenten in mijn leven geweest. Alles viel op z'n plek. Ik voelde ontlading, dat alles goed was gegaan, en trots. Trots op mezelf en trots op papa, dat hij me zo goed had geholpen. Maar vooral trots op jou. We hadden een jongen gekregen, en wat voor één. Ons gezin was met een prachtige zoon erbij, compleet geworden. We noemden je Morris Yvo. 

Dit weekend is dat alweer twee jaar geleden. We hebben je zien opgroeien tot de ondernemende peuter die je nu bent. Als jij ergens binnen komt, begint de zon te schijnen, net als op de dag dat je geboren bent. Je bent een makkelijk en vrolijk kind, hebt zelden een slecht humeur. Het is maar goed dat je nog niet zo vaak stout bent, want ik ben heel slecht in boos worden op jou. De zeldzame keren dat dat wel nodig is, kijk je schuldbewust met je hoofdje naar beneden, om vervolgens met je meest ondeugende blik tussen je lange wimpers door, op te kijken. Je weet me met gemak om je kleine vingertjes te winden. Een kleine dondersteen ben je. Je giert het uit van plezier als je aan het ravotten bent met je grote zus, en je bent stapeldol op haar. Je hebt van nature een soort beleefdheid over je. Om het minste verontschuldig je je. Je zegt heel vaak 'sorry', als het helemaal niet nodig is. Je bent guitig, leergierig, je hebt humor en je bent erg geduldig. Opgeven doe je niet. Als je probeert je schoenen aan te trekken, ga je door tot het gelukt is. Je bent een mannetje om ontzettend trots op te zijn.

Ik denk vaak na over hoe het zal zijn als je volwassen bent. Zal je gaan studeren, wat voor werk ga je doen? Zal je genieten van het leven, en ga je vaak stappen met je vrienden? Zal je van reizen houden, of blijf je liever dicht bij huis? Zal je ooit zelf kinderen krijgen, en zullen we jou dan in ze herkennen? Je kunt er in ieder geval zeker van zijn, dat je het beste vader-voorbeeld hebt gehad dat je je maar kon wensen. Je kunt jezelf gelukkig prijzen met de allerbeste papa van de wereld. Speciaal geselecteerd door mij. 

Lieve Morris, wie je ook gaat ontmoeten, waar je ook terecht gaat komen, en hoe je dat ook zult doen, neem de tijd om er achter te komen wat je talenten zijn. Ga doen wat je leuk vindt, en maak je dromen waar. We zullen ons best doen om je te helpen jouw nu al sprankelende persoonlijkheid te ontwikkelen. Dat moet vast een mooie basis worden, maar de rest moet je zelf doen. Wij zullen er altijd zijn om je te helpen. 

Gefeliciteerd lieve kleine Mos! 

Liefs mama

vrijdag 8 augustus 2014

Kwijt

Aangezien wij een abonnement hebben op Dierenpark Emmen, gaan we er geregeld even naartoe. Soms om alleen even bij de kinderboerderij of de olifanten te kijken, en soms voor een uitgebreidere ronde. We komen er -helaas- nooit onderuit om langs een speeltuin te gaan. Ik ben zelf nogal van het principe 'ik ben in een dierentuin, dus ik wil dieren zien', maar ondanks mijn pogingen om ze ook tot 'mijn geloof' te bekeren, blijven de kinderen nog steeds hangen in 'speeltuin speeltuin SPEELTUIN'. 

Als we met z'n vieren zijn vind ik dat meestal prima, maar ik ben vaak alleen met de kinderen en dan is het toch allemaal iets minder praktisch. Indy redt zich wel, maar Morris is nog geen twee en is in mijn ogen nog net te klein om zich overal alleen te kunnen redden. Zijn eigen ogen denken daar heel anders over, want hij beschikt over een (on)gezonde portie bravoure en klimt en klautert op alles wat hij tegenkomt, met maar één regel: hoe hoger hoe beter! Ik klim dan achter hem aan, over loopbruggen, onder poortjes door die duidelijk niet voor moeders van 1.80 meter gemaakt zijn, en via glijbanen weer naar beneden die gelukkig allemaal breed genoeg zijn om plaats te geven aan mijn derrière. En dit allemaal met een zware luiertas om mijn nek, die vol zit met omkoopmateriaal. Want omkopen is meestal de enige manier om de kinderen weer uit de speeltuin te krijgen. 'Kom jongens, als jullie even mee gaan naar de Savanne, gaan we daar even een koekje eten met wat drinken.' Pedagogisch verantwoord? Vast niet. Effectief? Zeker wel!

Onlangs waren de kids en ik met twee van mijn vriendinnen en hun kinderen naar het dierenpark. Ik heb en passant nog wat nijlpaarden gezien, maar verder hebben we vooral in de grootste speeltuin gezeten. Vriendin Cindy bleef bij de buggy's en tassen zitten, zij had alleen haar jongste zoon Scott (ruim drieënhalf) mee die zich alleen wel redde. Hij vindt zichzelf volgens mij veel stoerder dan zijn vriendinnen Lieke en Indy (dezelfde leeftijd) die met vriendin Elly mee gingen. Ik werd door Morris en Elly's zoon Noud van tweeënhalf meegesleurd naar de hoogste trap met de smalste treden en stond een paar tellen later met twee gezellige peuterjongens bij een best hoge glijbaan te koekeloeren. Hij was breed genoeg om er met z'n drieën tegelijk vanaf te gaan, maar voor ik het wist stond Morris al beneden en wilde Noud zich omdraaien om maar weer de trap naar beneden te nemen. Ondertussen merkte ik op dat Morris verdwenen was en ik pakte Noud op om zo snel mogelijk samen naar beneden te gaan.

In recordtijd scande ik alle trappen om me heen en kwam tot de jammere conclusie dat Morris daar niet op zat. Het klimrek dan. Ook niet. Hoewel ik hard zijn naam riep, bleef ik toch aardig rustig. Morris ziet zoveel uitdaging in de speeltuin, dat de kans me erg klein leek dat hij deze verlaten had. Ik zag een klimhuis waarvan ik vermoedde dat hij daar in was gegaan. Als kind vond ik dit gebouwtje echt geweldig, maar 25 jaar na dato moest ik iets meer moeite doen om me door het kruip-door-sluip-door gangetje te wurmen. Er reageerde geen schattig stemmetje op mijn geroep, dus ik besloot weer terug te gaan. Eenmaal buiten wees een Duitse moeder naar boven. Daar stond ie, mijn eigen kleine Mos, zich van geen kwaad bewust. Hij was inderdaad via het klimhuis naar boven gegaan, met een snelheid die ik voor een bijna-tweejarige voor onmogelijk zou hebben gehouden. 'Mossie woei, mama!', zei hij, waarmee hij vertelde dat hij van de glijbaan zou gaan. 

Ik had nog nooit eerder angstige gevoelens zo snel opzij gezet voor trotse. Trots op Morris, dat hij inderdaad niet van de speeltuin af was gegaan en zich al zo goed kon redden in zo'n grote (lees: enge) speeltuin. En trots op mezelf, dat ik mijn zoon zo goed had ingeschat en het hoofd toch redelijk koel had gehouden. Maar voor de zekerheid vermijd ik deze grote speeltuin voorlopig maar even. Morris is er wel al klaar voor, maar mama nog niet.