vrijdag 14 maart 2014

Leedvermaak

Als mijn zus vroeger naar school ging, en mijn broertje zijn middagdutje lag te doen, had ik mijn moeder voor mij alleen. Ik was nog heel klein, maar weet nog precies waarom ik dat zo leuk vond. Mijn moeder had een fascinatie voor het televisieprogramma 'Vinger aan de pols' en aangezien die liefhebberij niet gedeeld werd met mijn vader, werd dat programma opgenomen op VHS, om een dag later overdag te gaan kijken als hij aan het werk was. Eerlijk gezegd weet ik niet zeker of het zo ging, maar ik kan me niet voorstellen dat dit overdag op de tv was. Wat ik wel zeker weet, is dat ik dit programma -in tegenstelling tot mijn vader- wél leuk vond. Hoe meer bloed, hoe beter. Het werd me al jong met de paplepel ingegoten, en ik heb die fascinatie altijd gehouden. 

Op gegeven moment kwam, toen ik een jaar of vijftien was, 'De Bevalling' op het leuk-om-te-zien-lijstje. Af en toe met plaatsvervangende schaamte, maar altijd met diep respect, zag ik hoe de dames in kwestie zich op het meest oncharmante moment in hun leven, zorgvuldig in beeld lieten brengen. Ik zat regelmatig met de handen voor mijn ogen omdat het te erg was om te zien, maar toch spiekte ik tussen de vingers door. Het was als een ongeluk dat voor je neus gebeurt. Je wilt het niet zien, maar kijkt toch. 

Ik vroeg me altijd af waarom die vrouwen dit toelieten. Een bevalling is zó privé, waarom kiezen bijna-ouders ervoor om dit vast te laten leggen om het vervolgens met heel Nederland te delen? Nadat ik me ervan overtuigd had dat ze daar goed over na hadden gedacht, en ook een goede reden hadden om 'de flamoes' aan de hele natie te tonen, bedacht ik me nog iets anders. Als je dan toch in vol ornaat op televisie te zien bent, waarom dan 'de boel' niet even netjes bijwerken? Dikke bossen schaamhaar in beeld is echt niet charmant, maar dat kon het type vrouw dat zich hiervoor vaak leende schijnbaar niet veel schelen. 

De jaren vlogen voorbij, en ik had al tijden niet meer een programma als deze gezien. Tot vorige week. Ik zapte langs 'Kleine baby's, grote zorgen' en al na de eerste seconden was mijn interesse gewekt. Vijftien jaar geleden keek ik overwegend met de ogen dicht naar een bevalling, en nu keek ik mijn ogen uit. Het is tegenwoordig de herkenning die me zo boeit. Ik heb daar óók gelegen. Niet in datzelfde ziekenhuis met de verloskamer vol familie en een camera op mijn euh... neus, maar ik heb wel twee keer diezelfde pijn gevoeld. Ineens voelde ik ze, de waterlanders. Ik leefde zo met de bevallende vrouw mee, dat ik er spontaan van begon te janken.

Vrijwel direct daarna werd ik overmeesterd door opluchting. Deze hel heb ik al doorstaan! Ik kan hier nu met een gerust hart naar kijken, want ik hoef niet meer. De pijn waarvan ik ooit heb gelezen dat het dertig keer erger is dan het breken van een arm, ligt al achter mij. Ineens kreeg dit programma een andere dimensie. Waar het eerst voornamelijk nieuwsgierigheid was wat mij aan de buis gekluisterd hield, is dat nu medelijden, medeleven en leedvermaak. 

Ik hoop dat Robin maandagavond niet thuis is, want dan kijk ik weer. En anders neem ik het op, net als mijn moeder vijfentwintig jaar geleden deed. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten