maandag 14 maart 2016

Viskips

Onze Morris lust graag vis. Alleen weet hij het nog niet.

Over het algemeen gaat het eten best goed. Robin flanst wat voedsel in elkaar, en de kinderen eten het op. Lastiger dan dat is het eigenlijk niet. Zelfs als ik kook, wat nog steeds niet zo vaak voorkomt, wordt het meestal verorberd alsof ze de hele dag nog niks gegeten hebben. Zeker als we niet helemaal eerlijk zijn tegen de kinderen over wat er voorgeschoteld wordt, wordt er geweldig gegeten. De verse groenten voor door de pasta worden bijvoorbeeld gehakseld totdat niet meer te herleiden is welke vorm het eerder had. Als ze niet zien dat ze een tomaat eten, smaakt het ineens een stuk beter. Wat ook helpt om de kinderen goed te laten eten, is dat ik het afgelopen jaar tegen alle verwachtingen in wat kookprogressie heb geboekt. Zo waag ik me af en toe aan een quiche met spinazie en kip, maak ik tegenwoordig best lekkere rijsthapjes en bak ik de schnitzels inmiddels meestal zonder zwarte randjes.

Een paar weken geleden was Robin niet thuis, dus ik was veroordeeld tot het verzorgen van het avondeten. Er lagen nog wortels in de koelkast, wat me een prima combinatie leek met gebakken aardappelen en de vissticks die ik in de vriezer had zien liggen. Nogal kinderproof! Bovendien moest het met mijn recent ontwikkelde verfijnde bak-techniek lukken om de vissticks allemaal in z'n geheel op het bord te krijgen. Enigszins trots en zeer tevreden zette ik even later drie borden op tafel, allen voorzien van een mooie portie heerlijk gekruide aardappeltjes, een bultje wortels gegarneerd met peterselie en twee goudgele vissticks met een knapperig korstje. 

Binnen no time hadden we onze borden leeg. Omdat de vissticks per tien stuks verpakt waren, lagen er nog een aantal in de pan op ons te wachten. Dat was ook Morris niet ontgaan. Terwijl hij de laatste hapjes naar binnen werkte, vroeg hij me of hij 'nog wat van die kip' mocht. Indy keek me aan met de blik die ze vaker heeft als ze zou willen zeggen: 'Wat schattig hè, hij weet nog niet zo goed hoe hij het moet noemen.' Ik gaf haar een knipoog, kreeg er twee terug, en zei tegen Morris dat het geen kip was, maar vis. Zijn antwoord was even ontwapenend als briljant: 'Gekke mama, zo ziet een vis toch helemaal niet eruit!' Vrijwel direct nadat hij dat zei, keek hij naar mij, toen naar Indy en leek hij zich te beseffen dat het niet zo snugger was, wat hij zei. Snel praatte hij er overheen. 'Gaan we vaker viskips eten?'

Morgen maar even langs de supermarkt, ik krijg spontaan zin in vissticks. Of viskips. 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten