vrijdag 27 juni 2014

Frans

Met Dora op de televisie krijgen de kinderen al meer van de Engelse taal mee dan wij ze normaal gesproken zouden hebben geleerd. Naast het feit dat ik het een vreselijk irritant kind vind en een zo mogelijk nog irritantere sidekick in de vorm van een blauwig aapje met rode laarzen, vraag ik me wel eens af of het allemaal wel zo verantwoord is. Elke aflevering is in principe hetzelfde, maar dan met steeds een iets ander thema. Het verhaal is altijd gelijk: 1. Dora moet ergens heen. 2. Om haar doel te bereiken moet ze langs drie plekken waar ze hindernissen moet overleven waarbij ze hulp krijgt van attributen die opgeborgen zitten in 'Rugzak'. 3. Als het doel is bereikt zingt Dora met haar vriendjes het liedje 'Het lukte'. De schrik van elke peuterouder, want eenmaal in je hoofd, heb je een philharmonisch orkest in je woonkamer nodig om dat deuntje er weer uit te krijgen. 

Ik heb wel eens een Dora-vrije dag ingesteld, maar net als ik dacht dat het 'lukte', kwam ik haar in de supermarkt of bij de drogist tegen. Dora is overal. Ze heeft koekjes, vitamines, pasta, shampoo, en het zou me niks verbazen als er ook Dora-boterhamworst en Dora-appels te koop zijn. Winkeliers spelen hier natuurlijk heel handig op in door alles op kinderoogjeshoogte tentoon te stellen. En laat ik nou net een enorme hekel hebben aan deze vorm van moeder-chantage-marketing. Lange tijd heb ik geweigerd om ook maar iets in het winkelmandje te deponeren, wat daar door de 'als ik het niet mag, dan ga ik krijsen-methode' in terecht is gekomen. En heel lang ging dit goed. Maar op gegeven moment kom je op een punt van zwakte. Als je haast hebt, of chagrijnig bent. Of net als je te weinig hebt geslapen of barst van de hoofdpijn. Feilloos weten de kinderen dan je zwakke plek te raken, en ga je toch naar huis met Dora-vitamines in plaats van de gewone met banaansmaak die bijna de helft goedkoper zijn. 

De afgelopen weken heb ik, op vakantie in Frankrijk, een paar keer aan Dora gedacht. Mijn afkeer tegen haar moge duidelijk zijn, maar het is wel haar verdienste dat Indy het herkent als mensen Engels spreken. Best knap vind ik. We stonden op een camping met veel Engelsen, en dat leek ze toch donders interessant te vinden. 
'Wan, toe, fling, foor, faaif... Dat is ook Engels he mam?'

Maar dat er ook Fransen waren, was best verwarrend. Dat het geen Nederlands was wat ze spraken stond buiten kijf, maar met een ontkennende blik en een opgetrokken neusje waarmee ze het antwoord eigenlijk al verraadde, vroeg ze: 'Is dit ook Engels?'
Robin antwoordde: 'Nee schat, dat is inderdaad geen Engels. Die mensen wonen in Frankrijk en spreken Frans.' 
'Frans? Wie is Frans?'

Misschien moeten we haar voor de vakantie van volgend jaar maar voorbereiden met een Vlaams sprekende Dora die een paar woorden Frans spreekt. Hebben we zelf misschien ook nog iets aan. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten