donderdag 14 juli 2016

Leugentje

Het schooljaar is bijna ten einde, en Indy kwam vandaag thuis met een aantal persoonlijke requisieten uit de klas. Terwijl ik haar fotovisje en verjaardagspoppetje een plek gaf in huis, werd ik ineens overvallen door een brok in mijn keel. Wegslikken lukte niet, dus ik liet het maar lopen. Ik was ontroerd door de manier waarop ze aan het begin van het schooljaar een tekening van zichzelf had gemaakt. Zo veel eenvoudiger dan hoe ze het nu doet. Ze is kleuter-af en klaar voor groep 3. De gedachte aan het afscheid van de kleuterjaren emotioneerde me.

Vorige week leek Indy zelf nog wel even kleuter te willen blijven, al had ze daar een wat eigenaardige reden voor. Ze had een kleurplaat gekregen waar ze een mooie prijs mee kon verdienen en begon ijverig te kleuren. Met grote zorgvuldigheid koos ze de stiften en werd elk vakje ingekleurd, vastberaden om die prijs te winnen. Het ging een poos goed, maar op gegeven moment merkte ik dat ze knorrig werd. Er vloog een vlieg rond de tafel waar ze zat, en dat stoorde de kunstenares. Ze raakte steeds meer geïrriteerd. De kleine vlieg had het humeur van mijn grote kind naar de gallemiezen geholpen. Uit frustratie begon ze slordig te kleuren. Nog steeds beter dan lukraak krassen, maar ze was duidelijk teleurgesteld over haar eigen prestatie.

Na wat herstelwerkzaamheden was ie af. We spraken af dat ik ons adres op de tekening zou schrijven, en Indy zou zelf haar naam en haar leeftijd doen. Ze wachtte er een tijdje mee, en pas toen ik in de keuken stond klom ze in de pen. Even later wilde ik de tekening in een envelop stoppen, en toen viel me iets geks op.

'He Indy, hier staat dat je 4 bent. Waarom heb je niet je echte leeftijd opgeschreven?'
'De kleurplaat is niet zo mooi gelukt mam, als ik er op zet dat ik 5 ben, dan win ik nooit!'

Daar stond ik dan. Ik moest eigenlijk lachen, maar vond het ook niet helemaal ok wat ze gedaan had. Is ze nou sluwer dan een vos of slimmer dan een uil? We proberen de kinderen mee te geven om eerlijk te zijn, dus dan kon ik dit niet goedkeuren. Maar haar inventiviteit maakte toch dat ik een glimlach niet kon onderdrukken. Ik heb de kleurplaat in de envelop gestopt en hem gepost. Mocht ze de prijs winnen, dan moeten we nog maar even nadenken hoe we haar een goede les kunnen meegeven. Iemand een idee? 

donderdag 7 april 2016

Tranen

Op het moment dat je een kind krijgt, word je niet alleen overmand door een allesomvattende vorm van liefde, maar ook door angst. Het mooiste ter wereld overkomt je, en tegelijkertijd ben je bang het te verliezen. Zoals waarschijnlijk bij elke ouder gaan mijn ergste nachtmerries over het afscheid moeten nemen van mijn kinderen. Ook als ik niet slaap, krijg ik bij de gedachte eraan al tranen in mijn ogen. In het rijtje 'dingen die je je ergste vijand nog niet toewenst', staat het overlijden van een kind met stip op één. Niemand zou het mogen meemaken, en toch gebeurt het. 

Het mooiste jaar van mijn toch al erg leuke basisschooltijd, heb ik beleefd in groep acht. Vanaf de kleutergroep zat ik bij dezelfde kinderen in de klas, en die groep kinderen werden in het laatste jaar ondersteund en met veel humor klaargestoomd voor het voortgezet onderwijs door meester Stoker. Ik herinner me een heleboel uit die tijd; de gitaar in de klas, de grapjes, het voorlezen van de Cito-uitslag, en een bezoekje aan het circus. De hele school ging heen, en de meester nam zijn gezin mee. Hoewel wij maar een paar jaar ouder waren dan zijn drie kinderen, wierp ik me met een paar andere meisjes op als een soort oppas. Superschattig vond ik ze. In de jaren daarna zag ik ze nog wel eens lopen, we woonden later in dezelfde wijk, dezelfde straat. Ik kende de kinderen niet goed genoeg om ze te groeten, maar herkende ze altijd als de kinderen van meester Stoker.

Meester Rob Stoker overkwam het. Hij moest afscheid nemen van zijn middelste kind, zijn oudste dochter, Kim. Niet door een ziekte, niet door pech of overmacht, maar door moord. Moord. Het woord alleen al bezorgt me rillingen. Er is een idioot geweest die haar willens en wetens van het leven heeft beroofd. Niet alleen is een jong leven afgepakt, maar ook zijn de levens van de achterblijvende gezinsleden ontwricht. Verwoest is misschien een beter woord.

Ik kan het me nog zo goed herinneren, mijn broertje vertelde het me. 'Heb je het al gehoord?' Het moet in Emmen de meest gestelde vraag van die dag zijn geweest. Een gebeurtenis als deze heeft een enorme impact in een plaats als de onze. Het strafproces heb ik via de media gevolgd. Met belangstelling, en vaak met afschuw. Ik heb me afgevraagd hoe haar ouders zich staande konden houden. Hoe zou het er aan toe gaan tijdens zo'n zitting? Zouden ze hun emoties de baas kunnen en het voor elkaar krijgen om zichzelf te beheersen? Ik zou de dader, de moordenaar van mijn kind, niet kunnen aanzien denk ik. Zonder twijfel zou ik mezelf in zo'n situatie niet in de hand kunnen houden. 

Rob Stoker schreef er een boek over waarin hij een kijkje in zijn hoofd geeft. De vragen die wel eens in mij op waren gekomen, beantwoordt hij. Ongenuanceerd, snoeihard. Ik las het in één zucht uit, met betraande ogen vanaf de eerste pagina. Ik heb veel geleerd over de rechtsgang in Nederland, die ik op zoveel punten oneerlijk vind. Het boek ademt verdriet, pijn, ongeloof, frustratie, onmacht, maar bovenal liefde. Liefde van een vader voor zijn mooie dochter. 

'30 messteken' van Rob Stoker is een boek met een hartverscheurend script, maar het móet gelezen worden. 

maandag 14 maart 2016

Viskips

Onze Morris lust graag vis. Alleen weet hij het nog niet.

Over het algemeen gaat het eten best goed. Robin flanst wat voedsel in elkaar, en de kinderen eten het op. Lastiger dan dat is het eigenlijk niet. Zelfs als ik kook, wat nog steeds niet zo vaak voorkomt, wordt het meestal verorberd alsof ze de hele dag nog niks gegeten hebben. Zeker als we niet helemaal eerlijk zijn tegen de kinderen over wat er voorgeschoteld wordt, wordt er geweldig gegeten. De verse groenten voor door de pasta worden bijvoorbeeld gehakseld totdat niet meer te herleiden is welke vorm het eerder had. Als ze niet zien dat ze een tomaat eten, smaakt het ineens een stuk beter. Wat ook helpt om de kinderen goed te laten eten, is dat ik het afgelopen jaar tegen alle verwachtingen in wat kookprogressie heb geboekt. Zo waag ik me af en toe aan een quiche met spinazie en kip, maak ik tegenwoordig best lekkere rijsthapjes en bak ik de schnitzels inmiddels meestal zonder zwarte randjes.

Een paar weken geleden was Robin niet thuis, dus ik was veroordeeld tot het verzorgen van het avondeten. Er lagen nog wortels in de koelkast, wat me een prima combinatie leek met gebakken aardappelen en de vissticks die ik in de vriezer had zien liggen. Nogal kinderproof! Bovendien moest het met mijn recent ontwikkelde verfijnde bak-techniek lukken om de vissticks allemaal in z'n geheel op het bord te krijgen. Enigszins trots en zeer tevreden zette ik even later drie borden op tafel, allen voorzien van een mooie portie heerlijk gekruide aardappeltjes, een bultje wortels gegarneerd met peterselie en twee goudgele vissticks met een knapperig korstje. 

Binnen no time hadden we onze borden leeg. Omdat de vissticks per tien stuks verpakt waren, lagen er nog een aantal in de pan op ons te wachten. Dat was ook Morris niet ontgaan. Terwijl hij de laatste hapjes naar binnen werkte, vroeg hij me of hij 'nog wat van die kip' mocht. Indy keek me aan met de blik die ze vaker heeft als ze zou willen zeggen: 'Wat schattig hè, hij weet nog niet zo goed hoe hij het moet noemen.' Ik gaf haar een knipoog, kreeg er twee terug, en zei tegen Morris dat het geen kip was, maar vis. Zijn antwoord was even ontwapenend als briljant: 'Gekke mama, zo ziet een vis toch helemaal niet eruit!' Vrijwel direct nadat hij dat zei, keek hij naar mij, toen naar Indy en leek hij zich te beseffen dat het niet zo snugger was, wat hij zei. Snel praatte hij er overheen. 'Gaan we vaker viskips eten?'

Morgen maar even langs de supermarkt, ik krijg spontaan zin in vissticks. Of viskips.