donderdag 31 december 2015

Dierentuin

Als je ergens op een willekeurige plek in de wereld Nederlandse mensen ontmoet, en je vertelt ze dat je uit Emmen komt, dan heeft iedereen daar maar één associatie bij: het dierenpark. Dat heb ik nooit erg of bezwaarlijk gevonden. Ondanks dat er zoveel meer is in onze regio dat het benadrukken waard is, is het dierenpark altijd -terecht- het stralende middelpunt geweest. Letterlijk, met de ligging in het centrum van 'de stad'.

Net als duizenden andere Emmenaren heb ik er een ontelbaar aantal voetstappen liggen. Vaak gingen we vroeger even naar het dierenpark, en dan hoopte ik dat ik met mijn zus en broertje flink de tijd zou krijgen om ons uit te leven in de speeltuin, de dieren waren voor ons bijzaak. Die hadden we al zo vaak gezien. Meestal kwamen we gedesillusioneerd terug, omdat dat net niet in het schema van mijn ouders paste. Het is mijn bedoeling altijd geweest om dat nog wel eens in te halen, wat me aardig is gelukt de afgelopen vijf jaar. Overigens paste het ook niet altijd in míjn schema...

Ik herinner me dat ik in groep vier van de basisschool zat, en de hele klas een tekening mocht maken voor het pasgeboren meisjesolifantje Mingalar Oo. Een tijdje later gebeurde hetzelfde voor haar vriendje Bo Gyi. Toen ik, nog niet zo lang geleden, in de krant las dat Mingalar Oo zelf een kalfje had gekregen, vond ik dat best bijzonder. Dat kleine olifantje van toen was nu zelf moeder geworden, net als ikzelf. Ik vond het een mooie parallel. 

De kinderboerderij was ook altijd favoriet. Het grote paard Max dat ik van dichtbij toch best eng vond, de houten melkkoe waarvan je eigenlijk wel wist dat de melkfunctie het toch niet deed (maar wel even proberen), de pluizige kuikentjes en cavia's, en buiten de geitjes aaien. Als je geluk had stond er toevallig een verzorger bij die je dan mocht helpen met voeren. 

Toen ik op de middelbare school zat, en mijn ouders geen abonnement meer hadden, kocht ik er zelf één. Het voelde als vanouds. Paard Max was er geloof ik niet meer, Bo Gyi mocht helaas niet heel oud worden en was er dus ook niet meer, en de speeltuin trok me even niet zo. Maar het
park zag er nog net zo uit als ik me herinnerde, het gaf me rust, en ik zocht een mooi bankje bij de Afrikasavanne uit om regelmatig mijn proefwerken te gaan leren. 

Na een aantal jaren afwezigheid, kochten Robin en ik weer een abonnement toen we kinderen kregen. De dieren waren nog steeds in grote getale aanwezig, de herkenning ook. Alsof de tijd stil had gestaan haalden we herinneringen op terwijl we nieuwe maakten met onze eigen kinderen. Het laatste jaar bewuster dan daarvoor, want het eind van een tijdperk kwam in zicht. Vorige week waren we er voor het laatst. Ik zag Indy en Morris achter elkaar aan rennen door de grote speeltuin, hun neus dichtknijpen in het binnenverblijf van de nijlpaarden en vlinders zoeken in de vlindertuin. Net als wij vroeger. En de generatie voor ons, en daarvoor. 

Ik ben niet zo goed in afscheid nemen, melancholisch word ik ervan. Dat is niet erg. Ik sta even stil bij wat er was, en kijk vooruit naar wat er komt. En dat is nogal wat. Een paar honderd meter verderop rijst er een prachtig park, waar ik zó nieuwsgierig naar ben! De ambitie van de regionale bepalers leek de afgelopen jaren groter dan de gemiddelde Emmenaar aan kon, en er is best wat verzet en geklaag geweest. Toch denk ik dat de meeste bewoners van onze regio rijkhalsend uitkijken naar ons nieuwe dierenpark, terwijl ze weemoedig terugdenken aan het oude. De sluiting van het Dierenpark Emmen is geen gezichtsverlies, het is vooruitgang. 

Over drie maanden gaat Wildlands Adventure Zoo open, en ik sta te popelen om daar nieuwe herinneringen te maken. Wie gaat er met me mee?