vrijdag 30 mei 2014

Afscheid

Het was liefde op het eerste gezicht. Toen ik hem voor het eerst zag, was ik meteen verkocht. Ik nam hem mee naar huis en sindsdien waren we bijna elke avond samen. Ik weet niet precies meer hoe lang geleden onze eerste ontmoeting was, maar ik schat dat we inmiddels zo'n acht jaar lief en leed delen.

Onze vriendschap begon wat oppervlakkig, gewoon thuis op de bank. Televisie kijken, chips erbij, je kent het wel. Maar al gauw nam ik hem overal mee naartoe. Kenia, Mexico, Ierland, Engeland, Italië, Cuba, Finland... We hebben het allemaal gezien samen. Vanaf de heenreis, tot brakke ochtenden, en de terugreis, hij was erbij. Ook intiemere momenten deelden we. Hij zag me tot twee keer toe dikker en dikker worden, en omarmde me tot en met de laatste dagen van mijn beide zwangerschappen. Zelfs tijdens de bevalling van Indy stond hij trouw aan mijn zijde en gedurende de nachtvoedingen van de kinderen was hij bij me om me te verwarmen. Ik kon altijd een beroep op hem doen.

Ik heb wel eens een ander geprobeerd, maar die kwamen allemaal niet in de buurt van mijn grijze vriend. Te groot, te klein, te donker, te licht. Het was het allemaal net niet. Voor mij was en is er maar één ware. Toch voel ik nu dat onze scheiding nabij is. Hij is zichzelf niet meer de laatste tijd en ik kan me niet meer in het openbaar met hem vertonen. De tekenen van ouderdom zijn nu niet meer tegen te gaan. Algehele ouderdomsslijtage noem ik het. Triest, maar waar. Helaas kan ik niets meer voor hem betekenen.

Ik ben al een tijdje aan het uitkijken naar een jonger exemplaar, maar heb nog niets gevonden dat in de buurt komt. Tot ik een waardige vervanger gevonden heb mag hij bij me blijven, maar stilletjes ben ik al afscheid aan het nemen. Vanavond heeft hij een avondje rust, zodat ik ook even kan wennen aan het idee om zonder hem door het leven te gaan. 

Vaarwel allerfijnste, comfortabelste, zachtste, prettigste en mooiste chillbroek. Ik zal je nooit vergeten...

vrijdag 23 mei 2014

Kolf

Stukje bij beetje verdwijnt alles uit ons huis wat met baby's te maken heeft. Soms vind ik dat jammer, maar nooit jammer genoeg om weer opnieuw te willen beginnen. Met het grootste gemak doen we afstand van onze baby-uitzet. Het kostte me dan ook geen enkele moeite om afgelopen week een rondje door het huis te gaan op zoek naar overbodige babyspullen, waarmee ik mijn zwangere goede vriendin blij kon gaan maken. 

Eén van de items die ik voor mijn vriendin had, was mijn oude vertrouwde borstkolf. De doos bevatte nogal wat onderdelen waarvoor enige vorm van uitleg wenselijk was, dus dat gaf ik haar. 
'Kijk, als je nou dit dingetje hier onderin drukt, dan kan je daarna het handvat eronder schuiven, en dan niet vergeten het rubberen kapje er nog tussen te plaatsen, en dan moet hier het deksel op. Snap je? Succes ermee!'

Terwijl ik uitlegde hoe het werkte, schoten me direct beelden door mijn hoofd over hoe ik met Indy aan het aankloten was. Kind aan mijn borst, of eigenlijk ervoor, met haar mondje open, waar de melk als ware het een fonteintje zo in stroomde. Dat klinkt zo heel geestig, en achteraf is het dat ook, maar op dat moment was het heel lastig. Wist ik ook veel dat moedermelk er niet met één, maar met wel tien straaltjes tegelijk uit komt. Laat staan dat het met zó'n noodgang gaat... Op het dieptepunt, of hoogtepunt (het is maar hoe je het bekijkt), moest ik Indy én mezelf na elke voeding omkleden, tenzij ik ons helemaal bedekte met handdoeken en slabbetjes om de overtollige melk in op te vangen.

Dit was geen doen, dus ik besloot te gaan kolven en Indy alleen nog melk via een flesje te geven. Wel borstvoeding, maar niet meer 'live'. Een hele verademing. Wat alleen nog niet zo praktisch was, was dat de ene borst vanzelf leeg stroomde als ik de andere aan het kolven was. Ik weet nog dat ik nieuwsgierig was hoeveel het eigenlijk was, wat er zo verloren ging. Ik nam de proef op de som en hield -tijdens het kolven aan de ene kant- een bakje onder de andere kant. Géén gezicht natuurlijk, maar ik verzamelde zo wel mooi even bijna een hele maaltijd voor mijn kleine moppie. Dit ging zo makkelijk, dat ik ermee door ging. Na een paar keer had ik een heuse techniek ontwikkeld waarmee ik het bakje onder mijn borst klemde, zodat ik nog een hand vrij had om een vriendin mee te bellen of alvast kleertjes voor Indy mee klaar te leggen. Briljant, al zeg ik het zelf. Ik was de personalisatie van het multitasken. Als dat een Olympische sport was geweest, dan had ik zeker goud gewonnen.

Toen Morris is geboren ging het niet veel anders. Ik heb nog even een carrièreswitch overwogen. De plaatselijke brandweer had me waarschijnlijk met open armen ontvangen. Ik weet zeker dat mijn 'Milsani's' met gemak een brandje hadden kunnen blussen, maar aangezien dat niet de natuurlijke functie van mijn borsten was, heb ik die gedachte weer snel opzij gezet. Overigens twijfelde ik sowieso aan die natuurlijke functie, want niet één keer in mijn hele leven vóór het moederschap had ik gedacht dat ze overactieve melkfabrieken zouden zijn. Mijn hele lichaam, en zeker mijn borsten, had een hele andere status gekregen.

Ik deelde deze week mijn borstvoedingsanekdotes met mijn vriendin, en liet de kolf bij haar achter. De kolf die ervoor zorgde dat ik mijn kindjes respectievelijk drie en vijf maanden zelf heb kunnen voeden, die menig toilethok heeft gezien, van schone café's in Emmen tot aan smerige in Lissabon en waarmee ik ontelbare grappige en gênante momenten heb gedeeld. Dag kolf, veel plezier bij je nieuwe eigenaar. 

vrijdag 16 mei 2014

Moederdag

'Van mij hoeft het eigenlijk niet, moederdag. Grote en dure cadeau's om waardering uit te spreken vind ik echt niet nodig. De kinderen vinden me alle andere dagen van het jaar ook heus wel lief. Tenminste, dat ontleen ik dan maar aan het feit dat ze me dat tien keer per dag vertellen. Indy verbaal, en Morris non-verbaal met kusjes en knuffeltjes. Toegegeven, ik ben bijna net zo vaak per dag 'heel stom', maar dat noem ik peuterpuberaal gedrag. 

Nu Indy drie is en naar de peuterspeelzaal gaat, krijgt moederdag een hele andere dimensie. Eentje die ik wél echt leuk vind. Toen ik haar vorige week vroeg wat ze op de peuterspeelzaal had gedaan, verschoot ze van kleur en begon ze te stotteren. 
'Euh, ik heb juf beloofd dat ik dat niet zeg, want het is een vellassing.' 
Ik ben natuurlijk niet helemaal achterlijk, dus ik heb haar maar niet in verlegenheid gebracht door door te vragen. Mijn hart sloeg al over bij de gedachte dat ze iets moois speciaal voor mij had gemaakt, en zo haar best deed om het niet te verklappen. Een paar dagen later was ik onze bovenverdieping aan het stofzuigen, en Indy was niet bij me weg te slaan. Bloedirritant. Ik maakte aanstalten om naar de zolder te gaan, maar onze dochter verzocht me vriendelijk doch dringend om dat even een andere keer te doen. 
'Morgen is het moederdag mam, dan mag jij daar ook topzuigen, want de vellassing is nu nog boven. 

Zaterdagavond was het gezellig in huize Bating. Een vriendin op bezoek, songfestival op tv en de wijn smaakte prima. Mijn vriendin is zwanger, dus de fles moest ik in mijn eentje wegwerken. Met moederdag in het vooruitzicht, waarbij ik ervan uit ging dat ik mocht uitslapen, vond ik het prima dat ik pas tegen half 2 op bed lag. Waar ik even geen rekening mee hield, was dat ik zaterdagochtend ook al 'mocht' uitslapen, en dat Robin was 'vergeten' dat het moederdag was. Waarschijnlijk had dat ook iets te maken met het aantal biertjes dat hij had gehad. Zo werd ik een paar uur nadat ik erin ging, zonder pardon uit bed gebonjourd en zat ik al om half 6 beneden met Morris. Nou ja, Morris zat en mama lag. Op de bank onder een kleedje, in een poging nog wat bonusrust te pakken. 

Een uurtje later volgde Indy. Ze stuiterde bijna drie kwartier voor mijn nog enigszins zweverige hoofd langs, tot ik haar er echt niet meer van kon weerhouden om papa wakker te maken. Robin werd met bruut geweld uit bed getrokken en gewapend met een cadeau onder haar arm, en papa aan haar zijde, stond ze binnen drie minuten weer beneden. Ik kreeg een prachtig schilderijtje, die natuurlijk een mooi plekje in de woonkamer heeft gekregen. Na het douchen wachtte me een lekker ontbijtje en nog twee cadeautjes. Een koektrommel mét koekjes en petit fours. Heerlijk, en perfect voor moederdag. 

Met een gevulde buik ging ik weer op de bank liggen, en de kinderen kropen lekker tegen me aan. Het mooiste cadeau dat je als moeder kunt krijgen denk ik. Ineens keek Indy op en vertelde me even haarfijn wat eigenlijk écht de betekenis van moederdag is. 
'Ik weet wel waarom het moederdag is mama. Dat is omdat jij zo moe bent!'


vrijdag 9 mei 2014

Honden

We gingen vroeger wel eens op zondagmiddag op visite bij mensen met een hond, en dan wist ik niet hoe ver ik bij dat beest vandaan moest blijven. De slijmslierten die uit zijn bek bungelden, daar heb ik -nog steeds- maar één woord voor over: gatverdarre! Ik voelde me als een prinses in mijn 'goeie goed', zoals dat zo mooi genoemd werd, maar binnen vijf minuten werden mijn nette én schone kleren aangevallen en geterroriseerd door vier vieze poten en een kwijlende bek. 

Dat ik het zelfs met 'speelkleren' aan niet kon opbrengen om met honden te gaan spelen en me te laten knuffelen werd ook veroorzaakt door het feit dat er vroeger bij ons in de buurt alleen maar grote honden woonden, die me allemaal minstens één keer gebeten hebben. Als ik van mijn huis naar dat van mijn beste vriendinnetje liep, dan moest ik langs een huis waar heel vaak een herder voor de deur lag. Ik zie me nog rennen, zo hard als ik kon weer veilig terug naar huis. Panisch was ik. Dat dat ook precies de reden was waarom ik een interessant bijtobject was, begreep ik pas veel later. Nu ongeveer.

Hoewel ik tegenwoordig echt mijn best wel doe om honden leuk te vinden, gaat me dat nog steeds niet zo goed af. Het is een soort trauma denk ik, waar ik nooit meer vanaf kom. Het is niet erg. Je kan niet alles en iedereen leuk vinden. Maar er is een doorbraak. Onze buren hebben sinds een week of zes een pup. Een Berner Sennen pup. Voor de leken zoals ik, dat is een Sint Bernard look-a-like. En ik moet bekennen: ik heb een crush op Max. Zo heet ie. Ik smelt als ik hem zie, en als hij zijn koppie schuin houdt dan kun je me helemaal opvegen. Of het 'puppylove' is of eeuwige trouw wordt, dat moet nog blijken. Ik betwijfel het namelijk of ik hem nog steeds zo schattig vind als hij me straks met 45 kilo aan lichaamsgewicht omver loopt en zijn mondslijm aan me afsmeert. 

Morris heeft wel al eeuwige trouw beloofd aan Max. Niet met woorden, want hij komt nog niet veel verder dan 'Mats wafwaf'. Maar de manier waarop hij hem aait en knuffelt spreekt boekdelen. Liefde op het eerste gezicht. Hij laat zich rustig likken, en gaat er nog net niet bovenop zitten. Indy is ook heel erg enthousiast over onze nieuwe buurtbewoner. Vooral als er een raam tussen zit, of op een afstand van tenminste drie meter. Van dichtbij is het toch allemaal net iets te spannend. Het spreekwoordelijke appeltje valt direct naast de boomstam neer, want ze is een exacte kopie van mij, een jaar of 27 geleden. 

Ze was vandeweek buiten met Robin en Morris, terwijl ik me binnen op het huishouden stortte. Ik had het snoer van de stofzuiger nog niet eens uitgerold, toen mijn moederhart alarm sloeg. Er huilde een kind. Mijn meisjeskind. Ik schaalde het huiltje in in de categorie 'van het speelhuisje gevallen' of 'gestruikeld en nu een bloedneus'. Of soortgelijk. Uiteraard stond ik meteen buiten te luisteren, maar de kalmerende woorden van Robin die voor Indy bedoeld waren, hadden ook op mij een geruststellende werking. Ik hoorde later dat Indy's dramatiek me totaal op het verkeerde been had gezet. Er was helemaal geen sprake van lichamelijk letsel op welke manier dan ook, maar Max was ook buiten en die wilde met haar spelen, dus sprong tegen haar op. Aangezien Indy dat als een persoonlijke aanval opvatte, zette ze het op een gieren. 

We proberen haar uit te leggen hoe ze op Max moet reageren, zodat hij de volgende keer niet meer zo speels tegen haar op springt. Niet dat ik nou de allerbeste leermeester ben in dit geval, maar je probeert toch wat. Ik ben bang dat dat op de korte termijn allemaal zinloos is. Uiteindelijk zal ze het wel leren. Over een jaar of 27... 

vrijdag 2 mei 2014

Vrijheid

Een paar weken geleden had ik op vrijdagmiddag nog geen onderwerp voor mijn blog. Ik was op mijn werk en vroeg collega's om een suggestie te doen, waarop één van hen opperde om over de problematiek in Oekraïne te schrijven. Ik wist niet goed wat ik daar over moest schrijven, omdat het mij niet direct raakt. Vanmiddag keek ik op de kalender, en zag ik de datum van aanstaande zondag. 4 mei. En ineens realiseerde ik me dat het door mijn collega aangedragen onderwerp mij en mijn gezin wel degelijk raakt. 

Toen ik nog Hyves had, schreef ik daar eens een stukje over dodenherdenking. Ik zag kinderen destijds om vijf voor acht door hun vaders en moeders naar binnen geroepen worden. Even niet meer spelen, maar stilstaan bij de oorlogsdoden. Bij iedereen die door politieke of religieuze meningsverschillen niet de kans kreeg om iets moois van het leven te maken. Wij leven in Nederland allang niet meer in oorlog, maar staan nog steeds elk jaar stil bij wat er in ons eigen land allemaal heeft plaatsgevonden. En dat moeten we blijven doen, al was het alleen maar om onze kinderen bewust te maken van wat er nog meer speelt in de wereld. 

Als ik naar mijn kinderen kijk dan zie ik twee vrolijke gezichtjes. Omdat wij in Nederland wonen hoeven ze zich geen zorgen te maken over... over niks eigenlijk. We kennen hier geen militaire dreiging, geen corruptie, geen kinderarbeid en een prima toekomstperspectief. Waar wij wonen hebben alle kinderen recht op onderwijs. Er zijn zoveel kinderen die dat allemaal niet hebben. We hebben het fantastisch voor elkaar in Nederland. En toch zie of hoor ik bijna dagelijks geklaag over hoe slecht iedereen het wel niet heeft. Economische crisis is echt geen feest, dat realiseer ik me heel goed. Maar de basisrechten die iedereen hier heeft lijken zó makkelijk vergeten te worden. 

Zojuist zag ik dat er tientallen doden zijn gevallen in Oekraïne na een in brand gestoken vakbondsgebouw. Daar kan ik heel verdrietig van worden. Ik vraag me dan af hoeveel kinderen hun ouders nu moeten missen, hoeveel gezinnen er uit elkaar zijn gerukt, en waar dit gaat eindigen. Hoe kan het zo zijn dat mensen elkaar dat aan doen? Ik zou willen dat ik het vermogen had om de wereld in te laten zien dat oorlogsgeweld nooit het antwoord is. Iets te ambitieus, ben ik bang.

Wat ik wel kan doen, is klein beginnen bij onze eigen kinderen. We zullen proberen om Indy en Morris respect bij te brengen voor anderen, en anderen altijd in hun waarde te laten. Dat klagen ze niet vooruit zal helpen, en dat ze hun handen uit de mouwen moet steken om ergens te komen. En hopelijk gaan ze inzien dat het belangrijkste dat ze ooit zullen bezitten niet in geld uit te drukken is. Ze hebben vrijheid. En dat is precies waar ik aanstaande zondag bij stil ga staan. 

Als iedereen dat nou eens doet, dan moet het over zo'n twintig jaar toch een stuk vrediger zijn op de wereld?